J E E J A R
Juridisch Administratief Recht
        
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                

 

                                                 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                               06 januari 2017

 

 

        BRANDVEILIGHEID
           en
 RAMPEN/CALAMITEITEN

 

 

 

 


6 januari 2017. Omgevingsrecht en meldingsplicht.
Dat wetgeving in beweging is weer iedereen en dat wetgeving bij uitstek achter feiten aanloopt weet ook iedereen. Voor met name horeca ondernemingen bestaat er een meldingsplicht als er meer dan 50 personen in een inrichting kunnen verblijven. Maar iedere gemeente gaat weer op een eigen manier met die meldingsplicht om. Een melding is een melding, punt. Maar er zijn gemeenten die, als er nog geen melding is gedaan, vragen om die melding alsnog te doen en dan moeten er opeens allerlei tekeningen worden aangeleverd en certificaten van de installatie. Dit laatste heeft in de regel al plaatsgevonden door de verzekeringsmaatschappij die ook zekerheid wil maar dan meer financiële zekerheid. Maar de wijze waarop de gemeenten handelen mag geen willekeur met zich mee brengen. Als één bedrijf er uitgelicht wordt en met andere ondernemingen wordt niets gedaan dan is dat willekeur en weer voer voor procedures. Het lijkt toch beter om in samenspraak te komen die er voor zorgen dat eventueel aanwezige gebreken worden verholpen dan direct met de botte bijl dwangsommen op te leggen zoals de gemeente Wierden doet.

24 juni 2008 van preventie naar repressie tot dat er weer een ramp komt.
Zoals het er nu uitziet zal de gebruiksvergunning komt te vervallen. Dit betekent dat ondernemers voor hun inrichting geen aparte vergunning meer behoeven aan te vragen. En dat scheelt natuurlijk weer een vergunning. Hiermee komen ook grote delen of de gehele gemeentelijke Brandbeveiligingsverordeningen te vervallen. De gemeenten mogen dan niets extra's meer regelen.
In een algemene maatregel van bestuur komen alle regels betreffende de brandveiligheid te staan waaraan ondernemers, ieder voor zijn eigen branche, moet voldoen.
En wie leest al de regels geen mens. Vooral niet omdat de hele Amvb dikker dan een centimeter leesvoer is.  Behalve dan misschien de grote bedrijven die daarvoor een apart bedrijfsonderdeel voor hebben. Maar noch de winkelier noch de horca ondernemer zullen die regels gaan bestuderen. Het gevolg daarvan zal zijn dat de toezichthouders van de brandweer intensief op pad zullen moeten gaan om te controleren of de inrichtingen wel voldoen aan de eisen. Zo niet dan volgt weer het nodige schrijfwerk richting de betreffende ondernemer waarin hem er op wordt gewezen waaraan zijn inrichting niet voldoet. Is er sprake van verminderde administratieve lasten. Dat valt sterk te betwijfelen. Indien de gemeente niet opschalen in toezicht in het kader van de brandveiligheid dan liggen rampen als die bij Enschede en Volendam nog sterker op de loer. De gemeenten verliezen nu helemaal de grip op het gebeuren. Zoals gezegd toezicht van preventie naar repressie. Het wordt er bij brand echter wel gevaarlijker op voor de brandweerlieden. Ze weten dan in de regel niet meer wat ze kunnen verwachten. Dus bij brand nat houden en gecontroleerd laten afbranden en vooral niet meer naar binnen gaan.
Op het moment dat de regels worden afgekondigd zullen zij hier gerubriceerd naar soort inrichting worden geplaatst. Dat scheelt in ieder geval veel leeswerk.

9 oktober 2007. Nieuwe Gebruiksbesluit inzake brandveiligheid in 2008 in werking.
Met betrekking tot de brandveiligheid en de gebruiksvergunningen voor gebouwen kennen gemeenten thans nog regels die in de plaatselijke bouwverordening staan en een aantal regels in de Brandbeveiligingsverordening. Het Rijk gaat hier nu een eind aan maken. Er komt één landelijke regelgeving genaamd Gebruiksbesluit. Daarin komt een systeem dat voor alle gebouwen van toepassing is en een meldingsplicht. Een gebruiksvergunning is dan alleen nog nodig voor risicovolle gebouwen, zoals kinderdagverblijven, hotels, pensions etc. Doordat voor veel gebruik straks alleen nog een melding nodig is betekent dat er ook geen leges (bepaald geldbedrag dat moet worden betaald voor een vergunning) behoeft te worden betaald en dat scheelt de ondernemer aan kosten.

15 juni 2007 Overeenkomst tussen Rijk en VNG geeft termijn voor brandweer.
De overeenkomst zeg: "Eind 2009 zal de rampenbestrijding en crisisbeheersing op orde zijn".
Er worden onder andere kwaliteitscriteria opgesteld en in een Amvb opgenomen als wettelijke plicht (Amvb = Algemene maatregel van bestuur). Hierin komen ook eisen ten aanzien van opleiding, trainen en oefenen).
De VNG zal (vrijwillige) samenwerking en regionalisering betreffende de brandweerzorg bevorderen en moet de brandveiligheid op orde zijn. Hiervoor worden 14 actiepunten gebruikt van het Actieprogramma Brandveiligheid.
Er zal nog geen gedwongen regionalisering worden opgelegd. Wel zal er veel druk worden uitgeoefend op de brandweerkorpsen om te komen tot samenwerking en maximalisering van de uitgangspunten. Tevens zal er geïnvesteerd moeten worden in geautomatiseerde systemen die zorgen voor een uitmuntende overdracht van gegevens. In dat kader zullen er extra financiële middelen naar de gemeenten vloeien om de opdracht te vervullen binnen de gestelde termijn.
Bij de overeenkomst wordt er volstrekt aan voorbij gegaan dat het overgrote deel van de brandweer bestaat uit vrijwilligers. Vrijwilligers zijn niet meer de onuitputtelijke bron waaruit geput kan worden. Er wordt nergens een afweging gemaakt over verdere professionalisering van de brandweer door het aanstellen van meer beroeps brandweerkrachten.

20 april 2007. Zelfredzaamheid van zelfstandig wonende personen slecht.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties komt met het volgende oordeel: "De multidisciplinaire organisatie van de verplaatsing in rampsituaties van verminderd zelfredzaamheid uit bedreigd gebied is niet of nauwelijks concreet uitgewerkt in de rampenplannen".
Het komt er op neer dat personen die slecht voor zichzelf kunnen zorgen, bijvoorbeeld diegenen die thuiszorg ontvangen, kunnen bij rampen slecht voor zich zelf zorgen en kunnen bij gevaar een bedreigd gebied zonder hulp niet verlaten. De hulp verlenende instanties zijn niet ingespeeld op een evacuatie van die personen, laat staan dat men weet hoeveel het er zijn en waar zij wonen.
Een koppeling met de adressen bestanden van de thuiszorg organisaties en het verbinden van een status aan ieder adres zou de oplossing kunnen zijn.
De organisatie in het kader van rampen is er niet één van alleen maar tijdens een ramp  maar moet er één zijn van alle dag.

20 april 2007 Rampenplannen theorie zonder praktijk.
Bij rampen moeten vele instanties, die allemaal hun eigen structuur hebben, met elkaar samenwerken. En dat is op zich al een ramp.
Het beperkt aantal keren dat er wordt geoefend blijkt altijd weer dat de nogal wat scheelt aan de onderlinge communicatie en bevelsstructuur. De paar redelijk grootschalige oefeningen tonen iedere keer weer de zelfde gebreken.
Nu er niet wordt door geoefend en er op korte termijn weer wordt gekeken hoe er van de fouten is geleerd raken de communicatie kanalen weer verstopt met oude gewoonten en treden na jaren de oude fouten weer op. Dit wordt nog eens versterkt doordat er veelvuldig wisseling van ambtenaren bij de diverse instanties. Nieuwe ambtenaren weten in de regel niets van de afspraken en hebben al moeite met de eigen communicatie structuur van hun eigen organisatie. Tevens sluipt hierbij het spook rond van de hiërarchie en de ambtelijke top die zelf geen gevoelswaarde hebben bij rampen en ongelukken zoals brandweerlieden, broeders van de GGD en de politie die hebben. Dit betekent dat niet alleen de horizontale communicatie moet worden verbeterd maar met name ook de verticale communicatie. Luisteren naar de handen die het feitelijke werk moeten verzetten is van groot belang voor diegenen die de leiding hebben.

3 november 2006 Brandveiligheidsdeskundige drs. Vos reageert op commentaar
                                                         van JEEJAR.

Naar aanleiding van het hieronder gestelde heeft drs. F.W.J Vos (voormalig hoofd officiersopleidingen aan de Rijksbrandweeracademie) gereageerd. Inderdaad heet een vergunning op grond van de Brandweerwet, Bouwverordening en Brandbeveiligingsverordening een "Gebruiksvergunning". Voor het overige staat JEEJAR voor haar commentaar inzake het feit dat incidenten werden getoond en dat de kwestie meer behelst dan alleen maar een Gebruiksvergunning. De geschetste situatie geeft alleen een moment opname weer die betrekking heeft op menselijk handelen of nalaten. Vergunningen staan nu eenmaal in schril contrast met de werkelijkheid van het naleven daarvan. Hierin hebben vergunninghouders en handhavers een taak.
Drs. Vos heeft als bewijs van deskundigheid op gebied van brand een indrukwekkende C.V. meegezonden. Zijn kundigheid op inzake preventie, preparatie en repressie inzake brandbestrijding staat dan ook buiten discussie.

27 oktober 2006 Brandveiligheids deskundige dhr. Vos volledig onkundig
                                                 betreffende het bestuursrecht.

In de uitzending van de Evangelische Omroep (EO) werd gisteravond de heer Vos als brandveiligheids deskundige opgevoerd. Er werd een bezoek gebracht aan het Twenteborgh ziekenhuis in Almelo, vermoedelijk mede naar aanleiding van het fatale ongeluk in dit ziekenhuis en het brandwonden centrum in Beverwijk.
Ten tonele werden gevoerd de door de brandweer afgegeven brandveiligheids vergunningen.
Hiermee zou moeten worden aangetoond dat het maar slecht gesteld is met de brandveiligheid in beide ziekenhuizen. Als voorbeeld werden een aantal actuele situaties vertoond die zich niet zouden mogen voordoen. Zo was een nooduitgang geblokkeerd, een nooduitgang op slot en werden bepaalde stoffen opgeslagen bij brandgevaarlijke situaties. Een container met papier werd als een soort permanente brandgevaarlijke situatie naar voren gebracht en dat terwijl de container de volgende dag vermoedelijk al leeg is gemaakt.
Dat bepaalde situaties inderdaad niet juist waren mag dan zo zijn, maar dat is de verantwoordelijkheid van diegene die over de veiligheid van de inrichting gaat of van de bedrijfshulpverlening dan wel Arbo deskundige.
De heer Vos gaf echter duidelijk blijk geen enkel verstand te hebben van het bestuursrecht en de wetten die te maken hebben met dit soort inrichtingen. Hij kon een brief die getekend was door een gemeentesecretaris en een burgemeester niet eens relateren tot het feit dat het hier een besluit van burgemeester en wethouders betrof. Dat soort besluiten moeten namelijk altijd door de gemeentesecretaris en de burgemeester worden getekend.
Evenmin heeft de heer Vos enige kennis van het feit dat een brandbeveiligingsvergunning moet worden beschouwd als een soort "rest" vergunning. De wezenlijke delen in het kader van de veiligheid staan namelijk in de bouwvergunning en met name in de vergunning die aan een dergelijke inrichting is verleend op basis van de Wet milieuhygiëne. Daarin staan ook de voorschriften met betrekking tot opslag van gevaarlijke stoffen en de brandveiligheid en dergelijke.
De heer Vos en de EO waren in dit geval veel te kort door de bocht met name door een gebrek aan kennis in het bestuursrecht. De uitzending gaf dan ook een vertekend beeld. Naar aanleiding van de rampen in Enschede en Volendam en thans na het rapport over de brand bij Schiphol is de druk op de brandveiligheid weer toegenomen.
|Dat door de verschrikkelijke effecten van deze rampen de brandveiligheid weer hoog op de agenda van de politiek en de overheidsorganen is komen te staan geeft tevens aan hoe weinig aandacht hiervoor in het verleden was en hoe weinig aandacht deze zal krijgen als er zich jaren lang geen problemen meer voordoen.


Alle wetgeving heeft te maken met feitelijke handhaving ook de brandveiligheid.
Maar met name de handhaving. Ambtelijke structuren wordt regelmatig verweten te star te zijn en vergunningen te lang op zich laten wachten. Te star kan worden vertaald als niet mee willen werken of denken met de belangen van de aanvrager en het tweede verwijt betekent dat de zorgvuldigheid bij het afhandelen van aanvragen van een vergunning in het gedrang komt. Bij de brand bij Schiphol zijn er vergunningen en toestemmingen "doorgedrukt" en noodzakelijke handhavings acties achterwege gelaten. De resultaten zijn bekend.
Het hele verhaal ter zake handhaving sluit aan op de achterliggende gedachte bij de BIBOB wetgeving. Grondslag daarvan is voor de provincie ken uw provincie en de onderdelen waarvoor u verantwoordelijk bent. Voor de gemeenten geldt dit onverkort. Onder het woord kennen wordt dan verstaan het feitelijk kennen van de werkelijke situatie en niet alleen de papieren kennis.
Met betrekking tot milieu wordt er gewerkt aan risico kaarten. Dit is echter een subjectief beeld naar aanleiding van papieren kennis van de stand van zaken.

 

 

 

HOMEACTUEEL
GEMEENTEN
HORECA
UWV
BURGER
ONDERNEMER
APV
BIBOB
PROSTITUTIE
VERDOVENDE MIDDELEN
CAMERATOEZICHT
MARKTVERORDENING
KANSSPELEN
BESTUURLIJKE BOETE
OMGEVINGSVERGUNNINGRAMPEN/CALAMITEITENAlGEMENE VOORWAARDEN