JEE
JURIDISCH ADMINISTRATIEF RECHT
1. Het college is bevoegd gedeelten van de gemeente of bepaalde plaatsen aan te wijzen waar het ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid verboden is daarbij aangeduide dieren:
a. aanwezig te hebben;
dan wel
b. aanwezig te hebben
anders dan met inachtneming van de door hen ter
voorkoming of opheffing van
overlast of schade aan de openbare gezondheid
gestelde regels; dan wel;
c. aanwezig te hebben tot
een groter aantal dan in die aanwijzing is
aangegeven of mede is
aangegeven.
2. Het is verboden op een krachtens het eerste lid aangewezen plaats een daarbij aangeduid dier of daarbij aangeduide dieren aanwezig te hebben, dan wel aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door het college gestelde regels, dan wel aanwezig te hebben tot een groter aantal dan door het college is aangegeven.
3. Het college kan de rechthebbende op een onroerende zaak gelegen binnen een krachtens het eerste lid aangewezen gedeelte van de gemeente ontheffingen verlenen van het in het tweede lid gestelde verbod.
4. Het in dit artikel bepaalde geldt niet voorzover de Wet milieubeheer van toepassing is.
Toelichting
Het kan voor de omgeving hinderlijk zijn, als iemand dieren houdt.
Er moet kunnen worden
ingegrepen als overlast of schade voor de openbare gezondheid dreigt. Dan moeten
belangen worden afgewogen. Daarom is gekozen voor de constructie dat het college
bevoegd wordt verklaard om de plaatsen aan te wijzen waar naar zijn oordeel het
houden van bepaalde dieren overlast of schade voor de volksgezondheid
veroorzaakt. Voorzover het college bij een aanwijzing die betrekking heeft op
gedeelten van de gemeente bevoegd is verklaard daarbij nadere regels te geven
inzake het houden van dieren, is er sprake van delegatie van verordende
bevoegdheid als bedoeld in artikel 156 Gemeentewet. Tevens wordt in dit verband
nog gewezen worden op de Flora- en Faunawet, waarin regels worden gegevens ter
bescherming van dieren.